Een gouden dag
Vier jaar geleden liep ik de (bijna) 50 kilometer van de Indian Summer Ultra. Het was mijn bedoeling om een jaar later de langste afstand te lopen, maar door corona, vakantie en een backyardultra komt dat er pas dit jaar van. Eindelijk.

De Lente van Drenthe
Sinds vorig jaar start de Indian Summer Ultra vanaf camping De Lente van Drenthe in Gasselte. Laten wij daar al tien jaar een eigen stacaravan hebben! Met de start om zes uur ’s ochtends kan ik mooi overnachten in ons nabijgelegen stulpje. Ook Bas en Johan blijven slapen. Bas pik ik aan het eind van vrijdagmiddag op in Haren. Op de camping eten we samen een bordje pasta en halen dan ons startnummer op. Later op de avond arriveert ook Johan in Gasselte. We kletsen nog even en gaan op tijd op bed.

Overnachten in eigen stacaravan.
Startceremonie
Om kwart voor vijf gaat de wekker. Aankleden, ontbijten en naar de start. Nou ja, we warmen eerst nog eventjes op in het Koerscafé. Ik zie bekende gezichten en ook wel gespannen koppies. Dan nemen we plaats in het startvak. Onder de klanken van Isolated System van Muse werken we toe naar het moment dat het gordijn open gaat en het deelnemersveld aan het publiek wordt gepresenteerd.

In het Koerscafé.

De startceremonie.
Door het donker
Om stipt zes uur klinkt het startsignaal. Honderden hoofdlampjes zetten zich in beweging. We verlaten de camping en gaan het donkere bos in. Magisch!
Het eerste stuk rennen we door de Gasselterdennen. Vervolgens lopen we om zandgat Homan Free heen en gaan over het Gietenerveld en de Oude Spoordijk naar de tunnel onder de N33.
Het wordt licht
We zijn zo’n anderhalf uur onderweg en de hoofdlamp kan uit. Aan de andere kant van de N33 rennen we over het voormalige spoortracé naar Rolde. Daar buigen we naar het noorden af en via steencirkel De Baak lopen we door naar het Balloërveld.

We gaan onder de N33 door.

Steencirkel De Baak.

Vroege toeschouwers.
Het Balloërveld
Het Balloërveld is een van de hoogtepunten van deze tocht, helemaal als net de zon opkomt. Over brede zandpaden en smalle heidepaadjes slingeren we door dit uitgestrekte natuurgebied. Genieten!

We rennen het Balloërveld op.

De zon komt op.

Obstakel.

Over smalle paadjes.
VP1
Na 22 kilometer bereiken we de eerste verzorgingspost: schaapskooi Balloërveld. Ik berg mijn hoofdlamp op, haal een krentenbol en een flesje sportdrank uit mijn rugzak en wandel meteen door. Een halve kilometer verder heb ik mijn krentenbol op en begin ik weer te dribbelen.

VP1: Schaapskooi Balloërveld.

VP1: Schaapskooi Balloërveld.
Etappe 2
De tweede etappe is qua afstand het kortst, maar zeker niet het gemakkelijkst. Vooral in het tweede deel lopen we veel over zompige graspaden langs de Drentsche Aa. Een loodzwaar stuk, al is het uitzicht fantastisch.
Ik heb dan net een dip achter de rug. Na een kilometer of 28 beginnen mijn darmen te protesteren en de krampen houden enkele kilometers aan. Gelukkig is er in Drenthe bos te over en na een sanitaire stop voel ik me weer kiplekker. Achteraf blijkt dit mijn enige slechte moment van de dag te zijn.

Hunebed D16 (Balloo).

Over graspaden.

Langs de Drentsche Aa.

Prachtig uitzicht.
Etappe 3
Bij de tweede verzorgingspost in Amen pak ik weer een krentenbol en een flesje sportdrank uit mijn rugzak en werk die wandelend naar binnen. Verderop beland ik wederom op zompige graspaden, maar die leiden vrij snel naar de boswachterij Grolloo. Dat is eveneens een van de hoogtepunten van deze tocht. Vooral het Grolloërveen met zijn vlonderbrug is prachtig. Hier loop ik eventjes samen met Swinda en we kletsen wat kilometers weg.
Ook verderop in het bos is het erg mooi, maar tevens uitdagend. Op sommige paden moeten we over boomstammen klauteren en door de zompige heide stappen.

Nog een zwaar stuk over het gras.

Het Grolloërveen.

Het Grolloërveen.

De boswachterij Grolloo.

Obstakels.

Door de heide.

Een fraai vlonderpad.
Regenbui
Klein minpuntje is de stortbui die ik na bijna 60 kilometer op mijn kop krijg. Het is dan niet ver meer naar de verzorgingspost, maar het regent zo hard, dat ik onder een boom wel even snel mijn regenjasje aantrek.

Regenjas aan.
Dropbag zoek
Bij de derde verzorgingspost na 60 kilometer is helaas mijn dropbag zoek. Hij ligt niet op de plek waar ie zou moeten liggen. Het kost me uiteindelijk vijf minuten om hem te vinden in de stapel allemaal dezelfde rode tasjes. In de schuur kan ik nauwelijks m’n kont keren vanwege de vele toeschouwers. Waarom is hier niet een afgesloten deelnemerszone, waar je even rustig je spullen op orde kunt brengen? Geen relaxte stop zo.

Zoeken naar mijn dropbag.
Etappe 4
Bij het bosmeer Ellertshaar schud ik de meeste irritatie van me af. Het is soms spoorzoeken hier, maar we komen over mooie paadjes. Richting het noorden rennen we langs diverse akkers en door de bossen bij Papenvoort. Daar loop ik tot de splitsing samen met een 75-kilometerloper. De kilometers vliegen voorbij, al wandelen we af en toe ook een stukje. De vermoeidheid begint natuurlijk toe te slaan, maar het koppie is fris en de benen voelen nog steeds vrij goed.
Na bijna driekwart van deze tocht bereiken we het fraaie Drouwenerveld. Verderop maken we een lus door het eveneens prachtige Meindersveen en na 80 kilometer bereik ik de vierde verzorgingspost: Werkschuur Staatsbosbeheer. Uiteraard hanteer ik mijn beproefde strategie: snel wat te eten pakken en dan doorwandelen.

Bosmeer Ellertshaar.

Langs akkers.

Prachtige bospaden.

Het Drouwenerveld.

Het Meindersveen.

Het Meindersveen.

VP4: Werkschuur Staatsbosbeheer.
De laatste etappe
De bossen in het laatste deel van deze tocht ken ik goed, hier loop ik wel vaker. Aan de zuidkant van het Drouwenerveld komen we langs het prachtige Lunsveen en we zien ook de heidekoeien. Vijf kilometer verderop zijn we bij het Watermolenveen. Inmiddels hou ik vaker een wandelpauze, maar het gevoel is prima. Ik raak even aan de praat met een toevallige passant. Hij weet zeker dat ik voor het donker ga finishen. Zelf ben ik daar minder van overtuigd, maar z’n woorden peppen me zeker op. De kilometers verstrijken en geleidelijk komt ’t Gasselterveld in zicht.

Hoi heidekoe!

Het prachtige Lunsveen.

Het Watermolenveen.

Veel paddenstoelen in het bos.

De zon zakt.
Het Gasselterveld
Bij ’t Gasselterveld staat de zon al vrij laag aan de horizon, maar nu ben ik er ook van overtuigd dat ik voor het donker kan finishen. De beklimming van de Neverest is uiteraard lastig, maar onmisbaar in deze tocht. Dan nog drie kilometer slingeren door de bossen.

Het Gasselterveld.

We beklimmen de Neverest.

Het Gasselterveld in de schemer.
Sprintje
Met nog anderhalve kilometer te gaan zijn er 12 uur en 50 minuten verstreken. Ik zet nog even aan, want een eindtijd onder de 13 uur blijkt haalbaar. Dat valt me enorm mee, want ik was uitgegaan van een eindtijd rond de 14 uur. Met een soort van eindsprint hou ik bij de streep nog 14 seconden over. Ik schud Winfried de hand en krijg door Sandra mijn medaille omgehangen. Eindelijk heb ik die gouden ISU-plak te pakken.
Nadat ik ben bijgekomen wandel ik naar onze caravan voor een douche en een warme hap. Eenmaal opgefrist wandel ik terug naar de finish om Johan, Bas en Wouter te onthalen. Ook zij hebben hun gouden plak te pakken. Knap werk!

Eindelijk die gouden ISU-plak!
Een gouden dag
Bas en ik blijven nog een nachtje slapen in Gasselte, terwijl Johan terugkeert naar huis. Wat een gouden dag. Prachtig weer, een prachtige route en over het algemeen goede benen en een frisse kop. Ik heb ruim 100 kilometer genoten. Drenthe, bedankt!

Een gouden dag!

Weer een mooi verslag