Blaauwbekken
Als alternatief voor de ter ziele gegane Midwintermarathon in Apeldoorn organiseert AV Aquilo uit Winschoten de Blaauwbekmarathon. Blaauwbekken is het Groningse woord voor koukleumen. Daarnaast is er nog een link met de kleur blauw, want de route voert voor een groot deel door het nabijgelegen Blauwestad, met het Oldambtmeer als voornaamste blikvanger.
IJzel
Koud is het vandaag zeker. De temperatuur van net boven het vriespunt leidt zelfs tot gevaarlijke situaties op de wegen, want het ijzelt. Diverse auto’s glijden van de weg, het KNMI geeft een code oranje af en uiteindelijk adviseert Rijkswaterstaat om niet meer de weg op te gaan. Omdat de gladheid ten oosten van de stad Groningen lijkt mee te vallen rij ik toch naar Winschoten, zij het met gepaste snelheid. Zonder noemenswaardige problemen bereik ik de parkeerplaats bij het Stadspark en haal m’n startnummer op.
Naar de start
Gelukkig staat er vandaag weinig wind, zodat het onderweg niet extra koud aanvoelt. Toch blijven de meeste lopers tot zo’n tien minuten voor de start lekker binnen in de warmte en gaan pas dan naar de start op de atletiekbaan. Daar verzamelen zich uiteindelijk zo’n 130 lopers, waarvan ongeveer 40 voor de hele marathon. De deelnemers aan de halve marathon starten op hetzelfde moment, maar zij lopen slechts één rondje om het Oldambtmeer, terwijl de marathonlopers er twee doen.

Het vervoermiddel van de organisatie.

Naar de start.

Klaar voor de start.
Blauwestad
Vanaf de start steken we de A7 over en gaan op weg naar het dorp Blauwestad. Na een rondje langs de statige huizen in woongebied Het Park doorkruisen we het gehucht Ekamp en passeren na zo’n zeven kilometer Het Riet, een woongebied dat bestaat uit een eilandengroep. Hier staat ook de eerste verzorgingspost. Hoewel het assortiment zeer uitgebreid is, hou ik het voorlopig bij een bekertje water en een stuk ontbijtkoek. De muts gaat ook af, want ik ben inmiddels redelijk opgewarmd.
Kromme Elleboog
Omdat ik m’n krachten een beetje wil sparen, heb ik tot de verzorgingspost een beetje met ‘de rem erop’ gelopen. Nu vind ik echter het tijd om te versnellen naar mijn normale marathontempo. We zetten koers naar de bossen van de Kromme Elleboog, een stuk van zo’n twee kilometer over een fietspad tussen de bomen. Een welkome afwisseling in het parcours, ook al zijn we hier eventjes het contact met het Oldambtmeer kwijt.
Nevel
Dat duurt echter niet lang, want na zo’n elf kilometer zijn we terug aan de oevers aan de noordkant van het meer. Het uitzicht is fraai, zeker vanwege de sluiers nevel boven het water. Via het zandstrand bij Midwolda lopen we in zuidelijke richting naar de tweede verzorgingspost, op het erf van een bedrijf. Ook hier weer een uitgebreid aanbod van eten en drinken. Ik meen zelfs stukjes chocolade te zien liggen.
Tergend lang
We lopen nog drie kilometer langs de oevers en steken dan de A7 weer over, maar niet nadat we de helling van het viaduct hebben bedwongen. Toch even pittig. Bij de brug over het Winschoterdiep voelt het alsof we bijna weer terug zijn bij op de atletiekbaan, maar gevoelsmatig is het stuk langs het water tergend lang. Via een stukje door het Stadspark bereiken we de atletiekbaan. Waar anderen inmiddels finishen voor hun halve marathon, ga ik op voor het tweede rondje Oldambtmeer.
Pijntjes
Als ik me nou écht niet lekker voelde was ik misschien na één rondje uitgestapt, maar het gevoel is goed. Sterker nog: tot de verzorgingspost bij 28 kilometer kan ik een aardig tempo lopen. Daarna beginnen de bovenbenen echter wel pijn te doen en gaat mijn tempo omlaag. In het stuk door het bos kan ik nog blijven rennen, maar terug bij het water moet ik even een paar seconden wandelen om de benen te ontspannen. De nevel is grotendeels opgetrokken en ik maak even een fraaie foto van het uitzicht.
Tempo omhoog
Tot zo’n 34 kilometer herhaalt het proces van ‘eventjes-de-benen-ontspannen’ zich nog een aantal keren, ook omdat ik wat last van m’n knie heb gekregen. Toch wil ik telkens niet te lang wandelen om te voorkomen dat het van kwaad tot erger gaat. In de laatste twee kilometer tot de verzorgingspost gooi ik mijn tempo weer omhoog en eigenlijk voelt dat meteen een stuk beter. Nog even een beker water en een stuk koek bij de verzorging en dan door naar de streep.
PR
Ook in de laatste zes kilometer tot de streep kan ik mijn normale tempo weer redelijk goed volhouden, al moet ik af en toe toch even een paar stappen wandelen. Zeker in het ‘lange’ stuk langs het Winschoterdiep. Vanaf de afslag naar het Stadspark zet ik echter nog een keertje aan en ren ik zelfs naar een heus PR: 3:57:01h. Hoera!
Verbeteren
Toch kan ik mijn race ook nog wel verbeteren. Nu begon ik te versnellen na zo’n zeven kilometer en dat was te vroeg. Daardoor kreeg ik tussen 28 en 36 km toch wat pijntjes en een dipje in mijn tempo. Bij mijn volgende marathon in Edinburgh probeer ik langer de rust bewaren en daarna tot de streep m’n normale tempo vol te houden. Eens kijken of me dat lukt.
Snert
In de kantine van Aquilo puf ik uit onder het genot van een lekkere kop snert. De smaak botst wel een beetje met de zoete smaak die ik nog in mijn mond heb door de gels, maar bij een wintermarathon hoort snert! Dat snappen ze in Winschoten. De loop was sowieso prima georganiseerd, de route duidelijk aangegeven en de verzorging onderweg dik in orde. Vooraf vreesde ik een beetje de ‘saaiheid’ van twee dezelfde rondjes (ik heb doorgaans liever één grote ronde), maar het dubbele parcours heeft me totaal niet gestoord. Ik vond het een geslaagd avontuur.
Beste Nico,
Geweldig verwoord en schitterend in beeld gebracht.
Wellicht tot volgende jaar.
Met vriendelijke groet,
Hans – lid organisatiecommissie ‘Blaauwbek Marathon’.
Gefeliciteerd met je PR! Echt super prestatie!