Terug naar Terschelling
Mijn schoonfamilie heeft een bijzondere band met Terschelling. Jarenlang brachten ze hier steevast elke zomervakantie door en nog steeds is het eiland een geliefde bestemming. Waarom dat bezoek niet een keertje combineren met de Berenloop? Nou precies, waarom niet? En dus schrijft mijn schoonvader zich in voor de halve marathon, terwijl ik de marathon loop, net als vorig jaar.
Familieweekend
We maken er een lang familieweekend van en boeken twee chalets op Camping Wulp. Op vrijdagmorgen pakken we de langzame boot en in Harlingen treffen we Hans, die meedoet aan de halve marathon. Net als op Texel hoopt hij vooral dat zijn knie het goed houdt.
Twee uur later arriveren we in de haven van Terschelling. Daar worden we opgepikt door de campingeigenaar, die ons naar onze verblijfplaats brengt.

We komen aan op Terschelling.

Ons chalet.
Berenloopwinkel
Later in de middag fietsen we terug naar West voor een bezoekje aan de Berenloopwinkel. Ik koop een warm vest. Geen overbodige luxe, want door de harde wind is het best fris. Mijn zoontje krijgt een fraaie zwaaivlag om opa en papa aan te moedigen.

Naar de Berenloopwinkel.

De Berenloopwinkel.
In de stemming
Het dorp is sowieso al in de stemming voor het Berenloopweekend. In de Torenstraat markeren grote berenklauwen de looprichting voor de lopers. Her en der sieren teddyberen het straatbeeld en wensen de lokale ondernemers de berenlopers succes. Het maakt de Berenloop tot zo’n leuk evenement: het hele eiland leeft mee.

Berenklauwen op straat.

Teddyberen in het straatbeeld.

Succeswens in een etalage.
Kleintje Berenloop
Op zaterdagmorgen hoeven we niet ver te reizen om de lopers aan de Kleintje Berenloop te zien. Het parcours loopt namelijk pal achter ons chalet langs. Enthousiast moedigen we de lopers aan en mijn zoontje zwaait vrolijk met zijn vlag. Ook de allerlaatste loopster, die nog twee kilometer heeft te gaan tot de streep, wordt hartelijk door hem toegezwaaid.

Kleintje Berenloop.

Vlaggen voor de lopers.

Ook de laatste loper wordt hartelijk toegezwaaid.
Berenloopmenu
Aan het eind van de middag arriveert mijn zwager op het eiland en gaan we met z’n allen uit eten bij pizzeria Isola Bella. Speciaal voor de hardlopers serveert het restaurant vanavond een Berenloopmenu met pasta en salade. Lekker!
Als we het pand verlaten, lopen we Arnold tegen het lijf. Hij is eveneens een weekendje op het eiland en doet mee aan de halve marathon.

Berenloopmenu.
Zondagmorgen
Op zondagmorgen waaien we even uit bij West aan Zee. Het is behoorlijk fris, maar het uitzicht maakt veel goed. Er hangen prachtige wolken boven de zee. De pilonnen om de route over het strand te markeren staan al klaar. Hier klauteren we straks na twee strandkilometers weer naar boven.

Pilonnen op het strand bij West aan Zee.
Naar de start
Tijd om naar het dorp te gaan. Bij de boot zien we Robert en zijn gezin. We praten even bij en maken voorzichtig plannen om samen de marathon van Frankfurt te lopen.
Tegen half twaalf loop ik naar de sporthal om me om te kleden. Daar tref ik Arjan. Ondanks een lichte voetblessure loopt hij vandaag toch de marathon en ziet wel waar het schip strandt.

Onderweg naar de sporthal.

Overal beren op het eiland.
Halve marathon
Iets voor twaalven loop ik terug naar het centrum, want dan kan ik mooi de start van de halve marathon zien. Het regent een beetje, dus ik heb inmiddels een poncho aangetrokken. Toch zijn de weersomstandigheden boven verwachting, want eerder deze week werd nog een rampzalige zondag voorspeld.
In de stoet lopers zie ik onder andere Robert en Menno voorbijkomen. En natuurlijk mijn schoonvader, die helemaal aan het eind loopt. Ik wens hem veel succes. Voor het eerst sinds jaren doet hij weer mee aan een halve marathon, nadat hij vanwege een hernia moest stoppen met het rennen van lange afstanden, waaronder drie marathons. Tegenwoordig wandelt hij marathons.

Daar komen de halvemarathonlopers aan.

Mijn schoonvader is ook begonnen aan zijn race.
Startvak
Ik ga richting het startvak. Daar tref ik mijn collega Jan en ontmoet Kees, die mikt op een eindtijd van rond de vier uur. Daar mik ik ook op en we besluiten een eind samen op te lopen. Net voor de start krijgen we nog een buitje op onze kop, dus mijn poncho trek ik pas op het allerlaatste moment uit.

In het startvak. Er hangt een dreigende lucht achter de Brandaris.

Wachten op het startschot.
Honger
Na een rondje door West lopen we via de haven en de Dellewal naar Midsland. Al na twee kilometer krijg ik honger. Ik heb inderdaad niet overdreven veel gegeten vandaag, maar dit is wel erg vroeg. Gelukkig heb ik genoeg Twixen aan boord en de eerste sneuvelt hier.
Kees en ik zoeken naar het juiste tempo en dat is nog best lastig. Eigenlijk gaan we steeds een beetje te snel voor onze beoogde eindtijd.
Bij Midsland slaan we rechtsaf richting Seerijp en lopen tussen de weilanden door naar Formerum. Langs de kant moedigt Peter mij aan. Hij zou vandaag eigenlijk ook meelopen, maar raakte twee weken geleden geblesseerd. Balen!

Langs de haven.

Onderweg naar Midsland.

Enthousiast publiek langs de kant.
Te snel
Het tienkilometerpunt passeren we in 54 minuten. Wederom ietsje te snel voor het vieruurschema en we proberen weer een beetje op de rem te trappen. Via Lies, Hoorn en Oosterend lopen we over de Duinweg natuurreservaat de Boschplaat in. Hier krijgen we te maken met de eerste klimmetjes, maar die doorstaan we prima. We hebben fraaie uitzichten over het eiland, mede vanwege het prachtige weer.

Bij Oosterend.

De Boschplaat.

Klimmetjes.

Fraai uitzicht over het eiland.

Fraai uitzicht over het eiland.
Hoornsebos
Na 23 kilometer duiken we het Hoornsebos in. Eigenlijk lopen we wéér een tikkie te hard, maar voorlopig voelt het redelijk goed. Bij de verzorgingspost passeren we collega Jan, die normaal sneller is dan wij, maar vandaag helaas een mindere dag heeft en gas terug moet nemen. Met Kees en mij gaat het nog steeds goed en we rammen in hetzelfde tempo door.

Het Hoornsebos.

Rond 24 kilometer gaat het nog prima! (foto: Peter)
Formerumerbos
Na ruim 28 kilometer versnellen we iets en vinden aansluiting bij een groepje lopers. Nu kunnen we eventjes uit de wind lopen op weg naar het Formerumerbos. Met Kees gaat het prima en iets verderop passeert hij de groep zelfs. Ik moet hier pas op de plaats maken. Er zit geen versnelling meer in.

Op weg naar het Formerumerbos.
Strand
Na het bos gaan we op weg naar het strand. Ergens in de verte zie ik Kees nog wel lopen, maar ik kan hem niet meer bijbenen. Zeker niet bij de strandopgang bij Midsland aan Zee, waar ik naarboven wandel. Even wat energie sparen voor op het strand. De zandkilometers zijn pittig, maar ik wil blijven hardlopen op het strand. Dat lukt, maar bij West aan Zee ben ik wel kapot, dus wandel ik rustig naar boven.

Midsland aan Zee.

Op het strand. (foto: berenlopers.nl)

Pittige strandkilometers.
Longway
Vanaf hier is nog slechts zes kilometer naar de streep, maar mentaal vind ik dit stuk over de Longway erg vervelend. Je hebt steeds het gevoel West binnen te lopen, maar dat duurt langer dan gehoopt. Mijn tempo daalt inmiddels ook, maar tot bijna 38 kilometer blijf ik dribbelen. Dan moet ik even paar grote passen wandelen. Dat proces herhaalt zich nog een aantal keer, maar gelukkig verschijnt na de verzorgingspost ook vrij snel de boog van de laatste kilometer en zie ik even later de Brandaris opdoemen.

Over de Longway. (foto: berenlopers.nl)

Het gaat niet meer vanzelf. (foto: berenlopers.nl)

Terug in West.
Rode loper
Nog een klein rondje door het dorp en dan in de Torenstraat de rode loper op. In een flits zie ik Menno en hoor nog ergens mijn naam roepen, maar nu ben ik alleen nog maar gefocust op de streep, die ik passeer in een eindtijd van net onder de 3:55 uur. Zowaar mijn snelste marathon van dit kalenderjaar, dus ik ben tevreden.

De rode loper op. (foto: Menno)

Over de streep!
Onthaal
Meteen na de streep word ik onthaald door mijn vrouw, kinderen en zwager. Ze stonden al een tijdje te koukleumen bij de streep en zijn dus ook blij dat ik binnen ben. 🙂
Ook Robert komt langs. Hij liep op de halve marathon zo’n negen minuten (!) van zijn PR af en is dus zeer tevreden. Terecht, een knappe prestatie!
Verderop tref ik mijn schoonouders. Mijn schoonvader liep zijn race onder de 2:23 uur en is daarmee dik tevreden. Hulde!

Met de welverdiende medaille.
Aan de wandel
Ik voel dat mijn benen vollopen en ga dus even aan de wandel. Eerst langs de bouillonkraam en daarna naar de sporthal. Daar tref ik Arjan ook weer, die de streep heeft gehaald, maar wel met wat pijntjes.
Na een warme douche voel ik me alweer een stukje beter, hoewel mijn bovenbenen nog wel pijn doen. Ik strompel terug naar het centrum.

Het was een mooie dag.
Beentjes omhoog
We sluiten de zondag af bij pannenkoekenhuis ‘t Sprookjesbos en fietsen dan naar de camping. Lekker de rest van de avond met de beentjes omhoog.
De volgende dag is het alweer tijd om in te pakken en Terschelling te verlaten. Helaas, aan alles komt een eind. Maar we komen zeker terug!

Dag Terschelling! Tot de volgende keer.
Mooie reportage, goed gelopen! Volgend jaar loop ik weer met je mee.
Dat is een goed idee! Volgend jaar een herkansing voor jou.
Mooi verhaal Nico! En mooie foto’s.