Dodentocht
Dankzij een toffe vlog van Sanne belandde de Dodentocht op mijn verlanglijst. Het wandelevenement van 100 kilometer start om negen uur ’s avonds. Het eerste deel loop je dus in de duisternis en je mag er maximaal 24 uur over doen. Hoewel het een wandeltocht is en geen ultraloop, is joggen wel toegestaan. Je mag alleen niet te snel rennen: je moet er minimaal 10 uur over doen. Die ‘beperking’ is gelukkig geen enkel probleem voor mij.

Uitverkocht
Voor dit jaar had ik de Dodentocht eigenlijk nog niet ingepland, maar we zijn op vakantie in België; op drie kwartier rijden van de start. Dan kriebelt het toch wel. Het populaire evenement met zo’n 13.000 deelnemers is echter al sinds maart uitverkocht. Gelukkig komen er in juni weer startnummers vrij van afhakende inschrijvers via de DoToSwap. Dat is een mooi systeem; de transactie verloopt volledig via de organisatie, voor de reguliere prijs, dus geen kans voor woekeraars. Ook voor de ticketswap is de belangstelling natuurlijk enorm, maar uiteindelijk kan ik het startnummer van een Belgische mevrouw overnemen. Hoera!
Naar Bornem
Op vrijdag zet ik vanaf onze camping koers naar Bornem. Vanaf de speciale parkeerplaats pak ik de pendelbus naar het centrum, haal mijn startnummer op en geef mijn bagage af. Het gaat allemaal soepel en snel, want de Dodentocht is superstrak georganiseerd. Een geoliede machine!

Parkeren.

Met de pendelbus naar het centrum.

Gearriveerd in Bornem.

Het Landhuis, beschermd dorpsgezicht van Bornem.

Startnummer ophalen.

Mijn geluksnummer.
Startvak
Ik neem plaats in het enorme startvak, dat overigens nog wel zo’n anderhalve kilometer lopen is vanaf het centrum van Bornem. Een goede warming-up zullen we maar zeggen. Ook wel bijzonder: in het startvak wordt her en der gerookt; tabak, vapes, de hele mikmak. Dat zul je bij hardlopen niet snel meemaken.

Naar de start.

Een bomvol startvak.

Gelukkig sta ik dicht bij de start.
Daar gaan we
Stipt om 21.00 uur is de start en stormt iedereen het parcours op. Gelukkig sta ik redelijk vooraan en hoef ik alleen de eerste kilometer om de wandelaars te slalommen. Daarna bevind ik me tussen louter hardlopers. Eigenlijk had ik voorgenomen om relatief rustig te lopen, maar daar komt met mijn beginsprint en alle adrenaline weinig van terecht. Mee in de flow dan maar en dat gaat eigenlijk best lekker. Het Belgische publiek is dan ook helemaal geweldig. Wat veel enthousiaste toeschouwers langs de kant, met eigen geluidsinstallaties of gewoon met aanmoedigingen bij de voordeur. Overal staan wel mensen. In de eerste uren na de start natuurlijk, maar eigenlijk de hele nacht door word je aangemoedigd. Echt fantastisch.

Daar gaan we!

Door Bornem.

Nog 99 kilometer.
Lusje om Bornem
Vanuit het startvak lopen we eerst een lus om Bornem heen. Na 11 kilometer zijn we even terug in het drukke centrum. Wat een lawaai en aanmoedigingen!

We lopen een lusje buiten Bornem.

Door het bomvolle centrum van Bornem.
Verzorgingspost
Na zo’n 13 kilometer bereiken we de eerste verzorgingspost op het terrein van Friesland Campina. Ik krijg een blikje Cécémel (De enige èchte) en pak een wafel, want we zijn natuurlijk wel in België. Inmiddels is het redelijk donker en pak ik mijn hoofdlamp erbij.

De eerste verzorgingspost.

Belgische wafel.
Go Nico!!
Verderop lopen we een heel stuk langs de Schelde, over het landgoed van kasteel d’Ursel en bereiken na ruim 20 kilometer de tweede verzorgingspost in Wintam. Hier krijgen we een blikje icetea. In het dorp Kalfort spot ik twee dames met het spandoek ‘Go Nico!!’. Heel attent! Ik bedank ze hartelijk en bereik na zo’n 30 kilometer de derde verzorgingspost. Ik pak een stuk koek en een puddingtaartje. Snel wandel ik weer verder, want ik wil niet te lang blijven hangen.

Door het donker.

Go Nico!!

Puddingtaartjes.
Pikdonker
Via een pikdonker stuk (hoofdlamp onmisbaar) en het Gravenkasteel belanden we bij verzorgingspost op het terrein van voetbalvereniging Herleving Lippelo. Geen moeite is teveel voor de enthousiaste vrijwilligers. Ook in Buggenhout trekt men alles uit de kast om de lopers te helpen.

Het Gravenkasteel in Lippelo.

Voetbalvereniging Herleving Lippelo.
Op de helft
Tot dusver verloopt mijn race relatief voorspoedig, maar rond de 50 kilometer wordt het zwaarder. Sommige hobbelige paden helpen ook niet mee aan een soepele tred. Vanaf hier wordt het ploeteren.

Op de helft!
Bijzondere locaties
Als afleiding zijn er de bijzondere locaties van de verzorgingsposten. Zo is de sporthal van Opwijk al vrij groots van opzet, maar de volledig gerenoveerde 19e eeuwse fabriekshal in Baasrode na zo’n 70 kilometer slaat alles. Wat een prachtlocatie.

De sporthal van Opwijk.

Fabriekshal in Baasrode.

Fabriekshal in Baasrode.
Dageraad
Het is inmiddels rond half zes en de dageraad dient zich aan. Altijd een magisch moment. Prachtig om de wereld weer te zien ontwaken. Meestal geeft mij dat ook een boost.

De dageraad.

De zon komt op.

Aanmoedigingen.
Moeizame fase
Dat is nu ook wel zo, maar de vermoeidheid begint zijn tol te eisen. Tussen de verzorgingsposten van Puurs (85 km) en Oppuurs (90 km) heb ik een hele moeizame fase. Ik ben niet vooruit te branden.
Net na Oppuurs word ik rap ingehaald door twee snelwandelaars. Ik besluit naar ze toe te dribbelen en dan weer te wandelen. Uiteraard kan ik ze wandelend totaal niet bijhouden, maar door de dribbelstukjes blijf ik bij ze in de buurt. En belangrijker, ik kom weer in een ritme. Zo gaat de slotfase onverwacht toch weer lekker.

Volg de gele pijlen.

De Sint Pieterskerk in Puurs.

Terug in Bornem.

Door de lege Boomstraat.
Finish
In Bornem tik ik af na 12.18 uur. Ik ontvang een heuse wandelmedaille, een flesje kabouterbier en een diploma voor boven m’n bed. 🥳
Wat een tof evenement! Sowieso heel goed georganiseerd met prima logistiek en uitgebreide verzorgingsposten met leuke vrijwilligers, maar de dikste pluim is voor het publiek. Dikke merci, Bornem.

Finish!

Een medaille, een diploma en bier!

Een fraaie patch van deze tocht.
