Lege tank

Naar de 100 mijl van Sint Annen kijk ik elk jaar uit. De ongedwongen sfeer en de fraaie routes door Stad en Ommeland maken dit een bijzonder evenement. De totale lengte van zo’n 166 kilometer blijft natuurlijk wel een flinke afstand. Dat het tropisch warm is helpt dan niet mee.

Naar Sint Annen

Met een volgepakte auto arriveer ik rond 8 uur in Sint Annen. Op de oprit tref ik Gerik, de bedenker van deze loop. Bij zijn zoon haal ik mijn polsbandje op voor de tijdregistratie. De deelnemers druppelen geleidelijk binnen en iedereen wacht ontspannen op de start. René is ook naar Sint Annen gekomen om als toeschouwer de start mee te maken. Bij de auto maak ik nog even de laatste dingetjes in orde en luister dan naar de korte briefing van Gerik.

De auto is volgeladen.

Gearriveerd in Sint Annen.

De verschillende medailles hangen al klaar.

Klokkenstoel

Om 8.50 uur wandelen we gezamenlijk naar het vertrekpunt: de klokkenstoel van Sint Annen. Zoals gebruikelijk luiden om stipt 9 uur de klokken als startsignaal. Zo weet het hele dorp dat er weer een groepje ultralopers op pad gaat.

Groepsfoto bij de klokkenstoel. (foto: René)

Ronde 1: De Cisterciënzer ronde (rondom Stad) – 66 kilometer

We starten dit keer met de ietwat aangepaste Cisterciënzer ronde om de stad Groningen. Dit jaar lopen we die voor de verandering tegen de klok in. In de eerste kilometers loop ik samen met Aad en Sjirk, maar ze lopen net een tikkie te snel voor mij.
Door het fraaie Zuidwolde en Noorderhoogebrug bereiken we de Walfridusbrug over het Van Starkenborghkanaal. Daar tref ik razende reporter Lút, die op Facebook verslag doet van de race en een stukje meerent tot de Zernike Campus.

We verlaten Sint Annen.

Door Zuidwolde.

Over de Walfridusbrug. (foto: Lút)

Over de Zernike Campus.

VP1: Leegkerk

Na zo’n 16 kilometer haal ik Sjirk en Aad bij, want we moeten even wachten bij het Blauwbrugje. Gezamenlijk rennen we door naar VP1 in Leegkerk, waar Theo en zijn vrouw al klaarstaan met de verzorging. Even wat eten en drinken. En we nemen natuurlijk een sleutelhanger mee als bewijs dat we hier zijn geweest.

Samen met Sjirk en Aad even wachten bij het Blauwbrugje.

VP1: Leegkerk.

Oostwold

Via Den Horn trekken we verder naar Oostwold. Tot nu toe hield de zon zich redelijk koest, maar vanaf hier voel ik hem op mijn huid branden. Ik tref Erik, die de race van Martijn op de fiets volgt. We kletsen even bij, waarna hij verder naar achteren fietst om te zien hoe het met Martijn gaat. Bij de extra waterpost na 25 kilometer tref ik Sjirk en Aad weer en ik vul mijn rugzakje met extra water.

Op weg naar Den Horn.

Bij de waterpost in Oostwold.

De Onlanden

Met een kleine dertig kilometer in de benen bereiken we De Onlanden. In dit onbeschutte gebied is het inmiddels loeiwarm en ik krijg moeite om mijn tempo vast te houden. Het helpt ook niet mee dat we over een ongemaaide, hobbelige grasdijk lopen. Hier valt nauwelijks te rennen en ik besluit te gaan wandelen door het kniehoge gras.

De Onlanden.

Monument Oerwolt.

Hier wordt niet gestrooid.

Hier wordt niet gemaaid.

Waterpost

Gelukkig staat na 33 kilometer Sjaak klaar met koude flesjes water. Eventjes op adem komen en dan weer door. De route gaat verder over hobbelige grasdijken. Ik vind dit een lastig deel van het parcours, door de ondergrond en vooral door de warmte. Afwisselend dribbelend en wandelend gaan de kilometers langzaam voorbij.

De tweede waterpost wordt verzorgd door Sjaak.

Koeien.

Over het Jacobspad.

Over grasdijken.

Gezelschap

Gelukkig staat Bas me na zo’n 37 kilometer op te wachten en hij fietst een aantal kilometers met me mee. Het helpt ook dat we nu meer in de beschutting terechtkomen. Via landgoed De Braak en landgoed Vennebroek bereiken we het Friese Veen, waar het merkbaar een stuk koeler is. Ik kan zelfs weer een beetje tempo maken.

Bas fietst een stuk mee.

Landgoed Vennebroek.

Werkzaamheden in het Friese Veen.

VP2: Klooster Yesse

Via Haren bereiken we Essen. Bij het bezoekerscentrum van Klooster Yesse is de tweede verzorgingspost ingericht. Sjirk en Aad staan op het punt van vertrek, terwijl Albert net is gearriveerd. Dankzij Sjirk staat er grote bak met koud water en washandjes. Wat een topidee! Even al het zweet wegspoelen en afkoelen. Heerlijk.

Ooievaarsnest in Essen.

VP2: Klooster Yesse.

Even lekker afspoelen. (foto: Bas)

De Vork

Via de veetunnel onder het spoor bereiken we wandelpark De Vork. Ik wijk hier even af van het parcours om over het vlonderpad te lopen. Langs het Winschoterdiep tref ik Angela en Dick, die de lopers een hart onder de riem steken. Verderop richten ze een verzorgingspost in.

Door de veetunnel.

Wandelpark De Vork.

Spoorzoeken

Bij Oude Roodehaan verlaten we de gebaande paden. Bij een populierenbos gaan we spoorzoeken en strompel ik door het hoge gras. Verderop word ik opgewacht door Lút, die een stukje met me meefietst. Of loopt eigenlijk, want op dit hobbelige blotevoetenpad valt nauwelijks te fietsen. Of te rennen. We lopen hier bovendien in de volle zon, dus wandelen maar weer.

Spoorzoeken bij Oude Roodehaan.

Razende reporter Lút.

Over het blotevoetenpad.

Mobiele verzorgingspost

De mobiele verzorgingspost van Angela en Dick staat bij Noorddijk. Hier krijg ik cola en chips. Dat gaat er prima in.

Bij Noorddijk hebben Angela en Dick een mobiele verzorgingspost ingericht.

Terug naar Sint Annen

Via Kardinge en Thesinge wandel en dribbel ik terug naar Sint Annen. Daar arriveer ik na zo’n 8 uur en drie kwartier. De langste ronde zit erop!

Door Kardinge.

De Boom.

Grunneger Laand.

Terug in Sint Annen.

Pauze

Ik klok mijn tijd en krijg van Henriëtte een puddingbroodje. Dat gaat er wel in, hoewel ik hem niet helemaal wegkrijg, maar Bakkerij Hoekstra bakt dan ook geen lullige puddingbroodjes. Verder tik ik een koude Desperado weg. Lekker hoor. Ik trek droge kleren aan en vul mijn tas met eten en drinken.

Puddingbroodjes!

Een Desperado.

Ronde 2: Ik zai de vogels tegen d’oavendlucht – 55 kilometer

Monter ga ik op pad. Rondje twee van 55 kilometer is volledig nieuw en brengt ons naar Leens, waar de befaamde ultraloopster Ineke Scheffer een verzorgingspost heeft ingericht. Ik ben zeer benieuwd naar deze avondronde met de titel “Ik zai de vogels tegen d’oavendlucht”, een verwijzing naar het lied “Credo – Mien bestoan” van de Groningse troubadour Ede Staal, die zijn jeugd doorbracht in Leens.

Ik verlaat Sint Annen weer.

Kurkdroog

Ik kom weliswaar niet meteen op gang, maar maak me niet direct zorgen. ‘Dan wandel ik toch eerst een stukkie en ga ik straks wel dribbelen.’
Maar na vijf kilometer wandelen ben ik in Bedum gearriveerd en nog steeds ben ik amper aan het dribbelen. Eigenlijk begin ik me steeds ellendiger te voelen. Ik heb nauwelijks energie en mijn mond is kurkdroog. In nog meer drinken heeft mijn maag echter duidelijk geen zin.

De Walfriduskerk.

Waterijsje

Ineens krijg ik een briljant idee: ik koop een waterijsje! Dat zal mij goed doen, toch? Op naar snackbar Any Time in Bedum, waar men tot mijn grote teleurstelling echter geen waterijs op de kaart heeft staan. Welke cafetaria verkoopt er nou geen waterijs terwijl het buiten 28 graden is? Onbegrijpelijk ondernemerschap.
Gelukkig voor mij (en de rest van Bedum) bestaat Eetcounter Koning. De raketjes zijn uitverkocht (snap ik), maar de Calippo Orange is een prima alternatief.

Een Calippo!

Westerdijkshorn

Het is een heerlijk ijsje, maar het gehoopte energieshot blijf uit. Inmiddels ben ik in Westerdijkshorn beland, met zijn fraaie kerktoren, maar het lusteloze gevoel blijft. Weer een kilometer verder zwalk ik op het fietspad naar Winsum…

De fraaie kerktoren van Westerdijkshorn.

Lege tank

En dan vind ik het genoeg geweest. Ik heb geen puf meer en ga zitten in de berm. De tank is leeg. Waar ik een kleine twee uur geleden nog dacht dat ik de eerste ronde redelijk goed had overleefd, heeft de warmte toch alle energie uit m’n lijf opgezogen.
Tien minuten later begin ik aan de moeizame terugtocht van zo’n 7 kilometer naar Sint Annen. Na anderhalf uur strompelen ben ik er. In de partytent praat ik nog een uurtje na met onder meer René, Henriëtte, Angela en Dick. Daarna rij ik naar huis en duik in bed. Helaas, vandaag zat een finish er niet in.

Na 77 kilometer trek ik de stekker eruit.

The day after

De volgende ochtend ga ik nog even kijken in Sint Annen. Als ik uit de auto stap komt Gerik net aangelopen. Hij heeft de tweede ronde voltooid, maar stopt ermee. Inmiddels heeft Sjirk net de hel tocht voltooid en hijgt uit met de welverdiende medaille om zijn nek. Even later krijgt ook Albert zijn medaille uitgereikt. Eddy H is dan net op pad voor zijn derde ronde. Hij zal dus de hele dag in de hitte lopen, maar voltooit de tocht. Net als Janneke, die alweer een paar uurtjes bezig is aan het slotstuk en dus ook de hitte trotseert. Dit viertal blijft overeind bij de warmste editie van de 100 mijl van Sint Annen ooit. Een hele knappe prestatie!

Sjirk is als eerste binnen!

Albert is ook binnen!

Eddy H gaat op pad voor zijn derde ronde.

Bedankt!

Dank Gerik en Henriëtte voor de goede zorgen en de gastvrijheid, de deelnemers en vrijwilligers voor de leuke dag, en René, Bas en Lút voor de begeleiding. Graag ben ik er ook volgend jaar weer bij in Sint Annen om revanche te nemen.

Misschien vind je de volgende berichten ook leuk...