Black Devils
Eind december stuurt Robert Jan me de uitnodiging door van een bijzondere ultraloop: de Black Devils 100. Honderd kilometer van Rotterdam naar de Grebbeberg, als eerbetoon aan de Zwarte Duivels en alle andere militairen die vochten voor Nederland.
Mijn interesse voor deze themaloop is meteen gewekt en hij past mooi in mijn opbouwschema voor de 100 mijl van Sint Annen. Al snel schrijven Robert Jan en ik ons in. Helaas kan de loop in mei niet doorgaan vanwege de coronamaatregelen. Daarom wordt de Black Devils 100 verplaatst naar september.
Zwarte Duivels
De Zwarte Duivels werd de bijnaam van de Rotterdamse mariniers, die in mei 1940 dagenlang dapper streden om de Maasbruggen. Vanwege het standvastige verzet noemden de Duitsers hun tegenstanders in de donkere uniformen ‘die schwarzen Teufel’. Op de website van de organisatie staat het achtergrondverhaal mooi omschreven:

Zwarte Duivels.
Deelnemersshirt
Aan de loop doen zowel militairen als burgers (nukubu’s 😉 ) mee. Iedere deelnemer krijgt een nogal kleurrijk shirt met een rennende duivel die van Rotterdam naar de Grebbeberg rent. In het vurige oranje de Maasbruggen en ‘De Hef’ in het inferno van het bombardement op Rotterdam. De deelnemende militairen hebben een mouw met het logo van hun eigen defensieonderdeel. Op de kraag staat de tekst ‘dapper en standvastig’. Dat waren de Zwarte Duivels zeker en is het motto van de Black Devils 100.

Het deelnemersshirt.
Parcours
De loop begint bij de basis van de Rotterdamse mariniers: de Van Ghentkazerne. Grofweg langs de Lek en de Nederrijn rennen we naar het Militair Ereveld Grebbeberg, de laatste rustplaats voor ruim 850 militairen, die tijdens de Tweede Wereldoorlog sneuvelden. Onderweg zijn er drie verzorgingsposten (VP’s) en worden we twee keer met een pontje naar de andere kant van de rivier gebracht.
Naar de Grebbeberg
Op vrijdagmiddag vertrek ik alvast naar de Grebbeberg om de auto bij de finish te parkeren. Helaas reis ik alleen, want Robert Jan zit al een tijdje in de lappenmand. Hij kon in de voorbereiding te weinig kilometers maken en heeft zich afgemeld voor deze run.
Rond kwart voor drie parkeer ik de auto bij het Militair Ereveld Grebbeberg en neem een kijkje op de begraafplaats. Ook breng ik even een bezoek aan het informatiecentrum. Indrukwekkend.
Op de Grebbeberg word ik opgepikt door Guido en Ketura, die ook meedoen aan de loop. Bij Guido kan ik overnachten en Ketura heeft twee andere lopers te gast. Na een korte wandeling in de omgeving rijden we naar Krimpen aan den IJssel, waar Guido me een heerlijk bord macaroni voorschotelt. Daarna pakken we onze tassen in en gaan vroeg op bed.

Militair Ereveld Grebbeberg.

Militair Ereveld Grebbeberg.

Militair Ereveld Grebbeberg.
Raceday
Zaterdagochtend staan we om 4 uur op. Even ontbijten en dan naar Rotterdam om ons startnummer en loopshirt op te halen. In de kantine is het al gezellig druk. Er doen vandaag zo’n vijftig lopers mee aan de tocht. We bereiden ons rustig voor, brengen onze tassen weg en luisteren naar de laatste informatie bij de briefing. Dan is het tijd om naar de startplek te lopen naast de Van Ghentkazerne. Niet veel later klinkt het startsignaal en zetten we ons in beweging.

Het speciale deelnemersshirt.

De briefing.

De start is naast de Van Ghentkazerne.

We zijn onderweg.
Kinderdijk
Het eerste uur lopen we nog in het donker. Over verharde paden in Rotterdam en Krimpen aan den IJssel belanden we na zo’n 9 kilometer in Krimpen aan de Lek bij het pontje naar Kinderdijk. Ik heb geluk, want ik ben nog maar net aan boord of het vaartuig zet zich al in beweging. De lopers achter ons moeten even geduld hebben. Ook langs de molens van Kinderdijk lopen we nog verhard, maar na ruim 13 kilometer verandert de ondergrond…

Met het pontje naar Kinderdijk.

Kinderdijk.

Kinderdijk.
Gras
We belanden op een grasdijk, die uiteindelijk zo’n 12 kilometer lang blijkt te zijn. Op sommige stukken staat het natte gras tot ruim boven de enkels, op andere stukken ligt het natte maaisel nog op de dijk. Mijn schoenen en sokken zijn al snel doorweekt en het loopt hier sowieso erg zwaar. Het kost me veel energie en ik ben blij dat we dit stuk na zo’n 26 kilometer achter ons kunnen laten.

Een oneindige grasdijk.

Over gemaaid gras.
VP1 – Langerak
Via verharde paden en een bruggetje is het gelukkig nog maar zo’n vijf kilometer naar de eerste verzorgingspost bij Langerak. Eventjes bijtanken met een bekertje cola en een beetje eten.

Dit loopt weer iets beter.

Bruggetje.

VP1 – Langerak.
Naar Meerkerk
Vanaf de verzorgingspost naar Meerkerk is het een kilometer of twaalf, waarvan de eerste acht kilometers over fraaie onverharde paden voeren. Bij het viaduct over de A27 omhoog besluit ik even een stukje te wandelen. Eigenlijk komt deze wandelpauze te vroeg, maar ik heb wat pijntjes aan mijn voet. Door mijn natte sokken begint zich een blaar te vormen.

Over onverharde paden.

Langs het water.

Langs het Merwedekanaal.
Beginnende blaar
Ook verderop langs het Merwedekanaal loop ik niet lekker. De beginnende blaar begint me te irriteren en na 48 kilometer stop ik even om mijn voet opnieuw in te tapen. Daarbij plak ik ook de blaar af. Het helpt en ik ga weer op pad. De route gaat verder over een graspad langs een kanaaltje.

We lopen aan de andere kant van het kanaal verder.

Opnieuw intapen.

Over graspaden.
Over de helft
In de buurt van Overboeicop zijn we inmiddels over de helft. Over afwisselend verharde en onverharde paden gaan we op weg naar het viaduct over de A2.

Langs koeien.

Tussen de bomen door.

Over graspaden.

Tussen het riet door.
Langs militair erfgoed
Tussen Everdingen en Culemborg lopen we langs diverse militaire overblijfselen uit het verleden, zoals bunkers en een kogelvanger. Ook komen we langs het Werk aan het Spoel, een onderdeel van de Nieuwe Hollandse Waterlinie.

Bunker 599 oftewel de doorgezaagde bunker.

Lastig trappetje

Langs het water.

De kogelvanger bij Culemborg.

Bunkers bij het Werk aan het Spoel bij Culemborg.
VP2 – Culemborg
Inmiddels zijn we binnen de gemeentegrenzen van Culemborg. We lopen langs de Lek door de Baarsemwaard en zijn na 65 kilometer bij de tweede verzorgingspost. Hier zijn ook de dropbags gedropt. Ik neem even uitgebreid te tijd om bij te tanken. Ook laad ik even mijn horloge op, want anders houdt ie het niet vol tot de eindstreep en ik trek droge sokken aan. Een klein half uur later hobbel ik naar het pontje.

Nog een klein stukje lopen langs de Lek.

VP2 – Culemborg.

Wachten op het pontje.

Bijna aan de overkant.
Lekdijk
Een paar minuten later staan we aan de overkant. Eerst rennen we zo’n zes kilometer over de Lekdijk en buigen dan af richting het Amsterdam-Rijnkanaal. Bij de Prinses Irenesluizen steken we het kanaal over en belanden al snel in Wijk bij Duurstede.

Over de Lekdijk.

De Prinses Irenesluizen in het Amsterdam-Rijnkanaal.
Wijk bij Duurstede
Hier nemen we de toeristische route, dus langs Kasteel Duurstede en de korenmolen Rijn en Lek. Mooi stadje.

Kasteel Duurstede.

De korenmolen Rijn en Lek.
Rijndijk
Nu gaan we de Rijndijk op en lopen zo’n zeven kilometer langs onder meer het bijzondere sluizencomplex Amerongen. Persoonlijk vind ik dit een vervelend stuk van de route, want er is veel snelverkeer en af en toe komt er ook een grote tractor langs. Het is constant opletten of het andere verkeer je wel heeft gezien. De laatste drie kilometers tot de derde verzorgingspost zijn weer onverhard.

Verder over de Rijndijk.

In de verte het sluizencomplex Amerongen.

Door het gemaaide gras.
VP3 – Amerongen
Naast Kasteel Amerongen kunnen we weer even op adem komen. Ik vul mijn waterzak voor de laatste 15 kilometer en in de koelbox zitten waterijsjes. Wat een verwennerij!

VP3 – Amerongen.

Een overheerlijk waterijsje!
Door het bos
Het laatste deel van deze tocht voert vooral door het bos op de uitlopers van de Utrechtse heuvelrug en dus krijgen we ook wat hoogtemeters voor de kiezen.

Door het bos.

Door het bos.

Bijna in Rhenen.
Rhenen
Tien kilometer verder ben ik in Rhenen. Langs de Cunerakerk en de Nederrijn ga ik op weg naar de uitsmijter van deze tocht: de stalen trap omhoog bij de Grebbeberg. Een stevige klim, maar eenmaal boven is de eindstreep niet ver meer.

De toren van de Cunerakerk.

In de laatste kilometer mogen we nog even klimmen.

Bijna bovenaan.
Binnen!
Na 14 uur ben ik bij de eindstreep. Ik krijg een fraaie medaille omgehangen en proost op de goede afloop met een alcoholvrij biertje. Wat een prachtige en memorabele tocht. Het was zwaar, maar ik had het voor geen goud willen missen. Organisatie van de Trailclub, vrijwilligers en medelopers bedankt voor de toffe dag. Guido en Ketura, enorm bedankt voor de gastvrijheid (en de zelfgebrouwen biertjes voor thuis). Tot een volgende keer!

Binnen!

Het was een prachtige tocht.