24 uur
Een etmaal doorrennen deed ik wel vaker, maar niet met het plan om zoveel mogelijk kilometers te rennen. Bij de 24hrs Sittard wil ik proberen 180 kilometer te halen. Op zich een haalbaar doel – denk ik – maar ultralopen laten zich doorgaans lastig plannen. Lút wil zelfs proberen om de 200 kilometer aan te tikken.

Het parcours op het Tom Dumoulin Bike Park.
Naar Sittard
Zaterdagochtend om 11 uur vertrek ik uit Groningen. In de buurt van Nijmegen pik ik Lút op en samen rijden we door naar Limburg. Ongeveer anderhalf uur voor de start arriveren we bij het Tom Dumoulin Bike Park in Sittard. Mooi op tijd om ons startnummer op te halen.

Hallo Sittard!

Startnummer ophalen.

De chip kan op de schoen of met een bandje om de enkel.
De blauwe zone
De blauwe zone is bedoeld voor een eigen verzorgingspost langs de wielerbaa. Hier parkeren we de auto en zetten een tentje neer. In de blauwe zone treffen we onder meer Adriana en Erik. Altijd leuk om bekenden tegen te komen. Als ons base camp staat spelden we ons startnummer op en maken ons klaar voor de start.

De blauwe zone.

Ons base camp.

De laatste voorbereidingen.
Start
Om 16 uur gaan we op pad met 84 lopers, waarvan 77 op de langste afstand. Aan de 3 uur starten 7 deelnemers. Verspreid over het etmaal zullen ook nog deelnemers aan de 1 uur, de 12 uur en de 6 uur het parcours betreden. Een goede keuze van de organisatie, want die verse krachten voorkomen dat het evenement geleidelijk doodbloedt.

Naar de start.

Startselfie met Erik.

Startselfie met Lút.
Het eerste rondje
Het parcours op de wielerbaan heeft de vorm van twee in elkaar geschoven U’s. Dat heeft als voordeel dat je elkaar als lopers vaak ziet en de rondjes minder saai zijn. We rennen door de verzorgingstent halverwege en langs het stadion van Fortuna Sittard. Na ongeveer 11 minuten zit mijn eerste rondje erop. Dat is een tikkeltje sneller dan mijn beoogde 10 kilometer per uur, maar ik probeer niet te veel op de klok te kijken en gewoon een lekker tempo te pakken.

We zijn onderweg.

Het eerste rondje.

Door de verzorgingspost.

Richting het stadion van Fortuna Sittard.

Het eerste rondje.

Het eerste rondje.

Nog een keer langs het stadion.

Het eerste rondje zit erop.
De avond valt
De avond valt en ik zie Patrick, die straks meedoet aan de 12 uur. Hij komt alvast even de sfeer proeven.
Mijn eerste 30 kilometer gaan redelijk soepel, maar dan krijg ik een branderig gevoel onder mijn linkervoet. Pijntjes horen bij ultralopen, maar dit komt vroeg. Eigenlijk te vroeg. Ik ga even zitten bij de tent, haal het tape van mijn voet en tape hem opnieuw in. Dat verlicht de pijn, maar het blijkt slechts een tijdelijk lapmiddel. Om de twee uur moet ik stoppen voor een tapepauze.

De avond valt.

Het wordt steeds donkerder.
Pastabuffet
Rond half acht is het tijd om te eten. Voor de deelnemers aan de 24 uur staat bij de verzorgingspost een pastabuffet klaar. Dat gaat er wel in. Ik krijg een bakje pasta bolognese en eet de inhoud al wandelend op.

Tijd voor het pastabuffet.

Wandelend eten.

En na de maaltijd weer door.
Door de nacht
Tot de 100 kilometer heb ik vijf tapestops nodig, want mijn voetzool begint steeds weer te branden. Toch passeer ik die mijlpaal nog net binnen de 12 uur. Op zich zit ik wel lekker in de race, al heb ik op dit moment zo’n 15 tot 16 minuten nodig voor een rondje.

We lopen door de nacht.
Pijnscheut
Na ongeveer 115 kilometer sta ik op vanuit mijn stoel na wederom een tapepauze. Mijn rechterenkel begint meteen te protesteren met een flinke pijnscheut. Ik probeer een stukje te dribbelen, maar de pijn is te heftig. Wandelen dan maar, dat lukt nog wel. Pas na afloop zie ik een blauwe plek op mijn enkel. Ik vermoed dat het lipje in mijn schoen de boel een tijdje heeft afgekneld.

We lopen door de nacht.
De volgende ochtend
Met nog een kleine tien uur op de klok raakt de 180 kilometer buiten bereik, maar de 100 mijl moet lukken. Gewoon in beweging blijven.
Mijn regenjas heb ik niet voor niks meegenomen, want rond zonsopkomst regent het behoorlijk. Maar na regen komt zonneschijn en geleidelijk droogt de wielerbaan weer op. Mijn rondjes duren inmiddels zo’n 20 minuten, maar het is niet anders.
Iets na het middaguur zie ik Patrick ook weer. Zijn race verliep helaas niet goed. Met een verdraaide knie is hij na ruim vijf uur uitgestapt en naar zijn hotel vertrokken. Nu is hij terug op de wielerbaan om het verloop van de andere races te volgen.

De volgende ochtend.

Geleidelijk klaart het weer op.

Ik ploeter verder.
100 mijl!
Na ruim acht uur wandelen later heb ik de 100 mijl in de pocket. En met zo’n krappe 22 uur en 25 minuten is dat een dik PR! Bij de verzorgingspost halverwege ga ik even zitten. Patrick haalt een colaatje voor me, maar ineens word ik erg misselijk. Doorwandelen maar naar mijn eigen tentje en even rustig bijkomen met de schoentjes uit.

Na zo’n 22,5 uur bereik ik de 100 mijl.
Derde plek
Bij ons base camp tref ik Lút, die een ijzersterke race loopt en inmiddels de 200 kilometer is gepasseerd. Wat een afstand! Ook hij is wel klaar met de race, maar merkt dat zijn derde plek nog in gevaar kan komen en wil door. Eerst probeer ik hem omhoog te trekken uit de diepe campingstoel. Tevergeefs. Vervolgens buitelt Lút met stoel en al om en trekt zich aan de bumper van de auto omhoog. Helaas zijn er geen bewegende beelden van deze circusact. Lút gaat weer op pad en verdedigt zijn positie succesvol. Podiumplek!

De derde plek is voor Lút!

Het podium bij de mannen.
Sittard, bedankt!
Bij mij gaan de hardloopschoenen niet meer aan. Ik ga even slapen in de auto en wacht op het eindsignaal. Ondanks dat ik de 180 kilometer niet heb gehaald, ben ik gezien het verloop van de race met ruim 162,5 kilometer op de teller dik tevreden. De pijntjes kwamen helaas vroeg, maar ik heb er daarna nog 130 kilometer aan vastgeknoopt. Bovendien heb ik gewoon een PR op de 100 mijl gelopen.
De 24hrs Sittard is een mooi en gezellig evenement, met prima verzorging. Sittard, bedankt!

Sittard, bedankt!
