Eindelijk in Edinburgh
Edinburgh is een fantastische stad. Mijn favoriete buitenlandse stad zelfs. Ik was er al een keer of zeven. Meestal voor een bezoek aan Hibernian FC, de Schotse voetbalvrienden van FC Groningen. Maar in de hoofdstad van Schotland hoef je je sowieso niet te vervelen. Er hangt een aangename sfeer en de vele eeuwenoude bezienswaardigheden, waarvan een groot deel op de werelderfgoedlijst van UNESCO staat, bieden een unieke aanblik. Kortom: hier wil ik graag een marathon lopen. Negen maanden geleden al schreef ik me in en eind mei is het dan zover. Eindelijk.
Bekend terrein
Een dag voor de marathon reis ik in alle vroegte per trein naar Schiphol, want mijn vlucht vertrekt al om 10.00 uur. Dat heeft echter als voordeel dat ik in Edinburgh nog wat aan mijn dag heb. Voor het eerst kan ik met de tram naar het centrum, want na zes jaar werk en vele miljoenen overschrijding van het bouwbudget is de tramlijn eindelijk gereed.
Eindstation York Place ligt bovendien niet ver van het Cairn Hotel. Dat is bekend terrein, want tijdens de meeste voetbalweekendjes hebben we hier overnacht. Sinds mijn laatste bezoek is het hotel echter flink gemoderniseerd. Dat werd eigenlijk ook wel tijd, al stoorde ik me nooit zo aan de vele authentieke elementen. De ligging van dit hotel is perfect om de stad in te lopen én voor de marathon, want het is just a five minute walk naar mijn startvak op Regent Road. Een startvak op London Road was helemaal ideaal geweest, want dat is slechts honderd meter lopen.
Arthur’s Seat
Het is voor twaalven en nog te vroeg om in te checken, dus besluit ik in de tussentijd Arthur’s Seat te beklimmen. Vanaf deze 251 meter hoge heuvel naast de stad heb je een fantastisch uitzicht over Edinburgh en omgeving. De klim via het rotsachtige pad is een uitdaging, maar de beloning is schitterend. En m’n benen zijn al een beetje los voor morgen, dat is een voordeel.
Weer beneden proef ik op Queen’s Drive alvast de sfeer bij de kortere afstanden van het Edinburgh Marathon Festival en loop nog even langs Our Dynamic Earth, dat als ontmoetingsplaats dient voor alle deelnemers. Het is er gezellig druk en ook Mr Hairy Haggis, de mascotte van het evenement, loopt er rond.

Uitzicht over het centrum van Edinburgh.

Uitzicht over Leith en de zee.

Mr Hairy Haggis!
Toeristisch
Eenmaal ingecheckt besluit ik in de binnenstad wat toeristische dingen te doen waar ik eerder nooit aan toekwam. Zo blijkt de Scotch Whisky Experience een boeiende toer door de whiskywereld, al ben ik geen uitgesproken whiskyliefhebber. Ook The Real Mary King’s Close is een amusante trip door de historie en de ondergrondse straatjes van het zeventiende-eeuwse Edinburgh. Bij de Italiaan organiseer ik mijn eigen pasta party, voordat ik de avond met een biertje afsluit in de Theatre Bar, een prachtige pub dicht bij mijn hotel.
Het hotel heeft trouwens rekening gehouden met alle deelnemers door het zondagse ontbijt te vervroegen. Sympathiek. Helaas is het wel een Continental Breakfast en dus geen witte bonen in tomatensaus, worstjes of black pudding. Jammer.
Druilerig
Zondag. Na een goede nachtrust en het ontbijt wandel ik naar Regent Road. Ik geef m’n tas met kleren af bij de kledingwagen, trek een wegwerpponcho aan om warm te blijven en loop ontspannen richting de startvakken. Vanaf daar kun je onder andere Arthur’s Seat zien liggen. Hoewel de weersverwachtingen slecht waren en de organisatie zelfs een weather warning heeft verstuurd vanwege heavy rain and strong winds, valt het allemaal wel mee. Ok, het is een beetje druilerig, maar dat is juist prima hardloopweer. Zeker bij een temperatuur van twaalf graden. Beter dan vier uur met je kop in de brandende zon. Mij hoor je niet klagen.

Regent Road.

Op de achtergrond Arthur’s Seat.
Start
Iets voor tienen stromen de startvakken vol. Nadat de eerste golf met deelnemers vanaf London Road is gestart, gaan wij tien minuten later onderweg. Via Abbeyhill passeren we het Palace of Holyroodhouse, een officiële residentie van de Engelse koningin, en maken een rondje door Holyrood Park. Door een keerpunt in het parcours zie je hier de stroom achteropkomende deelnemers. Gaaf.
Via Lochend Road gaan we naar het noorden van de stad. Zoals gezegd is er vandaag geen Sunshine on Leith, maar deze omstandigheden bevallen me goed. Het gaat lekker in een relatief rustig tempo en ik heb me voorgenomen om pas na vijftien kilometer te kijken of er een versnelling inzit.

Klaar voor de start.

London Road.

Holyrood Park.

Net na het keerpunt in Holyrood Park.
Zee
Na zeven kilometer bereiken we via Seafield Road inderdaad… de zee. Hier lopen we parallel aan het water over onder meer de promenade bij Portobello Beach, waar het publiek ons enthousiast aanmoedigt. Na dertien kilometer arriveren we in Musselburgh. In dit stadje is uiteindelijk ook de finish, maar zover zijn we nog lang niet.
Via de Musselburgh Racecourse, een grote paardenrenbaan, volgen we de kustlijn op weg naar Prestonpans. Hier versnel ik mijn pas gedurende enkele kilometers, maar langzaam valt mijn tempo toch weer een tikkie terug. Niet forceren nu.

De zee.

Portobello Beach.

Musselburgh Racecourse.
Koploper
Hier ergens zie ik in de verte de koploper aankomen, achter een auto met een grote klok op het dak. Onder luid applaus van de recreanten is Peter Wanjiru nog iets meer dan twintig minuten verwijderd van de zege. Ik heb er dan nog niet eens de helft opzitten. Wel bijna trouwens, want in Cockenzie & Port Seton passeer ik het halvemarathonpunt in bijna 1:54 uur. Een prima tussentijd.

Daar komt de koploper aan.

Peter Wanjiru.
Keerpunt
Via Longniddry rennen we verder langs de kust en in tegengestelde richting komen steeds meer snellere deelnemers aangelopen. Zij hebben het keerpunt na zo’n 28 kilometer al gehad en zien een eindeloze stroom achteropkomende hardlopers, waaronder ik. Het gaat nog steeds lekker, maar ineens krijg ik wel een beetje last van m’n knie. De pijn zet gelukkig niet door en er is ook even afleiding, want bij het keerpunt lopen we door het park rondom het kasteel Gosford House. Na dertig kilometer lig ik nog op schema voor een tijd van rond de 3:50 uur.

Steeds meer tegenliggers.

De kust bij Longniddry.

Door het park bij Gosford House.

Gosford House.
Tegenwind
We slaan linksaf en lopen in tegengestelde richting terug naar Longniddry. Nu zie ook ik die eindeloze stroom tegenliggers, maar helaas is eveneens de wind een tegenligger. Het gaat moeizamer en langzamer en mijn tempo begint te zwabberen. Nee, lekker lopen is er niet meer bij, nu het wordt knokken. Af en toe probeer ik aan te haken bij een snellere loper, maar lang hou ik dat niet vol. Inmiddels wandelen er ook al diverse deelnemers, maar wat er ook gebeurt, ik blijf doorrennen! Door m’n stappen te tellen probeer ik weer in een lekkere cadans te komen. Naarmate de finish nadert gaat dat gelukkig steeds beter, maar dit deel van het parcours voelt eindeloos.

Terug naar Musselburgh.
Uitgeput
Zo’n drie kilometer voor de streep word ik ingehaald door een jongedame, die een eindsprintje heeft ingezet. Ze valt me op, want ze snijdt me nogal lomp af. Dat is ook niet aardig! Haar tempo kan ik niet volgen, maar een kilometer voor de streep duikt ze ineens weer voor me op. Ze beweegt moeizaam en houterig en nog geen twee seconden nadat ‘dat kon weleens fout gaan’ door mijn hoofd is geflitst, stort ze onderuit op het asfalt. Samen met een andere deelnemer help ik haar overeind en lopen we naar de stoep. Ze is aanspreekbaar, maar duidelijk totaal uitgeput. Enkele omstanders ontfermen zich meteen over haar.
Eindsprintje
Ook ik zit er flink doorheen, maar toch moet dat eindsprintje er komen. Over de ijzeren platen bij de Pinkie Playing Fields sprint ik de laatste tweehonderd meter op de streep af en klok uiteindelijk 3:54:16 uur. Een persoonlijk record, heel mooi. In de laatste kilometers heb ik terrein prijs moeten geven op een tijd van rond de 3:50 uur, maar ik ben zeer tevreden met deze tijd.
Bijkomen
Op naar een groot grasveld, waar de medailles en de finishershirts worden uitgedeeld. Daarna strompel ik verder naar de kledingwagens om m’n spullen op te halen. Ik plof neer op het gras om bij te komen en te whatsappen met het thuisfront.

Over de streep!

In de rij voor de finishers-shirts.

En de medailles.

Binnen!
Busvervoer
Een kwartier later ga ik op zoek naar vervoer terug naar Edinburgh, want we zitten tenslotte tien kilometer verderop. Het vervoer is nog wel even een verbeterpuntje voor de organisatie. Men heeft weliswaar bussen geregeld à vijf pond per ticket (vooraf bestellen!), maar die bussen blijken een kwartier verderop te staan. Niet echt een fijne wandeling als je net een marathon hebt gelopen. Dit kan toch wel beter geregeld worden bij zo’n groot evenement?
Ik heb vooraf overigens geen buskaartje besteld en gok gewoon op het openbaar vervoer. Terecht, want de bussen van de plaatselijke busmaatschappij staan direct voor de poort! En een stuk goedkoper ook nog. Voor slechts één pond word je teruggebracht naar London Road en dat is precies waar ik moet zijn. Vanaf de bushalte is het nog geen honderd meter naar mijn hotelkamer.

Terug met de bus.
Rondslenteren
De rest van de dag doe ik rustig aan. Weliswaar ga ik nog wel de stad in met een tikkie verzuurde benen, maar geen steile klimmetjes meer. Gewoon rondslenteren – met af en toe een zitpauze – en nog wat souvenirs scoren. Daarna pizza en een Magners, wederom in de Theatre Bar, als een prima besluit van deze hardloopdag. Een dag later vlieg ik terug naar Nederland. Met een half uurtje vertraging, maar dat drukt de pret niet, want verder liep alles gesmeerd. Ik heb een prima gevoel overgehouden aan deze marathon en weer veel van Edinburgh gezien tijdens dit weekend. Dat overigens mede mogelijk werd gemaakt door een reischeque van de Supportersvereniging FC Groningen, die ik ontving bij mijn afscheid als bestuurslid, waarvoor nogmaals dank. Slàinte mhath!

Het was een mooi weekend!
Bewegende beelden
Gelukkig zijn er onderweg ook wat bewegende beelden van mij gemaakt:
En de officiële aftermovie: