Bosmarathon

De Bosmarathon & Minder in Assen beleeft alweer zijn negende editie. Voor mij is het de eerste keer en ik val met mijn neus in de boter. Door de nachtvorst ziet de wereld er winters uit en ook niet onbelangrijk: het parcours ligt er prima bij. De grond is weliswaar bevroren, maar de bospaden zijn prima te belopen. Echt glad is het eigenlijk alleen op de wit uitgeslagen atletiekbaan van de organiserende atletiekvereniging AAC’61.

Aangekomen in Assen.

Startnummer 13

Tegen tien uur arriveer ik bij de atletiekbaan. Op de parkeerplaats tref ik mede-hunebedhopper Hanneke, die vandaag drie rondjes loopt als onderdeel van haar schema voor de Zuid-Afrikaanse Comrades Marathon in juni. We praten even bij en halen in de kantine ons startnummer op. Net als vorige week heb ik startnummer 13, mijn geluksnummer. Ik klets ook even bij met Alex, de organisator van de Mensinge Marathon. In de kantine en rondom de baan is het al gezellig druk.

In de kantine is het al gezellig druk.

Wederom startnummer 13.

Schoenkeuze

Bij de auto trek ik m’n hardloopschoenen aan: de Topo Athletic MT-2’s, mijn medium trailschoenen. Het Asserbos ligt er namelijk droog bij. Dat had ik al even nagevraagd bij Gert-Jan, die geregeld in het bos te vinden is. Bovendien is de grond keihard. Dat zijn geen geschikte omstandigheden voor mijn HOKA EVO Jawz, waar ik vorige week in Appelscha nog op rondrende.

Ik loop vandaag op m’n Topo Athletic MT-2’s.

Naar de start

Rond half elf verzamelt iedereen zich op de baan voor een korte warming-up. Daarna lopen we met z’n allen – in totaal zo’n 150 deelnemers – naar de startstreep en wachten op het startsignaal.

De warming-up.

Over de witte baan naar de start.

Klaar voor de start.

Winters plaatjes

Na de start verlaten we meteen de atletiekbaan en duiken het Asserbos in voor het afwisselende rondje van zeven kilometer. In de eerste kilometers passeren we onder meer het duurzaamheidscentrum en de kinderboerderij. Na zo’n drie kilometer rennen we om een bevroren vijvertje heen. Dat levert prachtige winterse plaatjes op.

Door het Asserbos.

Winters plaatje.

Singletracks

Verderop rennen we met een grote boog om de Zuiderbegraafplaats heen. Eerst een stuk over wat bredere paden, maar na zo’n vijf kilometers belanden we op smalle singletracks en rennen naar de rand van het bos.

Richting de Zuiderbegraafplaats.

Onderweg naar smallere paadjes.

Langs de rand van het bos.

Rand van het bos

Parallel aan de Roldertorenlaan lopen we terug naar het startpunt. De laatste kilometer van het parcours is min of meer verhard. Over een grindpad bereiken we de atletiekbaan en lopen nog een volle ronde over de witte baan. De eerste zeven kilometer zitten erop. Op naar het volgende rondje.

Over een grindpad terug naar het startpunt.

Terug op de atletiekbaan.

Plaspauzes

De eerste drie rondjes gaan gesmeerd, al moet ik maar liefst drie keer een plaspauze houden. Dat komt vast door de kou. Of door thee, waarvan ik elk rondje trouw een bekertje opdrink. Samen met een stuk ontbijtkoek en een gelletje kan ik er dan weer een rondje tegenaan.

We beginnen aan het volgende rondje.

Een fraai stuk van het parcours.

Moi! (foto: AAC’61)

Wreef

Mijn doorkomst op de helft is 1:56 uur. Dat valt me niks tegen. In het vierde rondje krijg ik ineens last van mijn rechter wreef. Misschien heb ik mijn schoenen iets te strak geveterd? Lopen op zo’n harde hobbelige ondergrond zal ook wel een rol spelen. Anyway, ik strik mijn veters iets losser, maar de pijn blijft.

Op naar het vijvertje.

Winterse plaatjes.

Het gaat inmiddels wat moeizamer. (foto: AAC’61)

Sub-4

In de laatste rondjes probeer ik de pijntjes te negeren. Voor het vijfde rondje heb ik 40 minuten nodig, een minuutje langzamer dan de rondetijden in de eerste vier rondjes. Het laatste rondje gaat nog een tikkie langzamer, maar met een rondetijd van 42 minuten verlies ik uiteindelijk niet veel tijd. Bij de eindstreep klok ik 3:57 uur. Een sub-4 op een trailmarathon, daarmee ben ik dik tevreden.

Ik ben inmiddels bezig met de laatste kilometers.

Snert

Terwijl de speaker mij de medaille overhandigt heeft hij nog een verrassing: in de kantine mag ik een kop snert halen! Dat gaat er wel in na zo’n inspanning. Onderweg naar de kantine tref ik Steven, die bezig is met zijn laatste meters. Een paar minuten later zitten we samen aan de snert en genieten na van deze prachtige bosmarathon. En dat allemaal voor het inschrijfgeld van slechts zeven euro. Ik zet deze bosmarathon alvast voor volgend jaar in de agenda. 🙂

Een kom snert als beloning.

Misschien vind je de volgende berichten ook leuk...

4 reacties

  1. Gert-Jan schreef:

    Leuk verhaal! Goede schoenkeuze dus? Ik zal op strava de ronde eens bekijken, 7km in het Asserbos is nl een knap lang rondje 🙂

    • Nico schreef:

      Jazeker, goede schoenkeuze. De atletiekbaan zat natuurlijk ook in de 7 kilometer, maar slingerend door het bos kun je er een aardig rondje van maken.

  2. Peter schreef:

    Mooi verslag. Na 2 jaar deelnemer te zijn geweest was ik dit keer vrijwilliger. Ook in die rol genoten maar volgend jaar wil ik graag weer meelopen. Tot dan!

    • Nico schreef:

      Bedankt! En jij ook bedankt voor je inzet natuurlijk. Zonder vrijwilligers is er geen loop. Tot volgend jaar!